Ds. G.A. van den Brink – “Waar zijn wij en onze kinderen veilig?” (Joël 2:16a-b) | 02-06-2019

Schriftlezing Joël 2:1-18

Tekst Joël 2:16a-b

“Waar zijn wij en onze kinderen veilig?”

  1. De dag van de ramp
  2. De dag van de Heere
  3. De dag van het verbond

In zijn toespraak op de Pinskterdag verwijst Petrus naar Joël 2:28-31. Op de zondag vóór Pinksteren staan we stil bij het hoofdstuk waarnaar Petrus verwijst. Joëls profetie klonk, toen het volk geteisterd werd door een nationale ramp. Hij roept iedereen op om samen te komen. Zelfs de kleine kinderen en de zuigelingen moeten erbij zijn! Ook nu horen de kleine kinderen tot de gemeente van God.

Gespreksvragen:

  1. Mag je als christen jezelf de vraag stellen of je God tegen je hebt? Waarom wel/niet?
  2. Welke taak hebben ouders voor hun kinderen, als je Joël 2:16m leest?
  3. Welke betekenis heeft het verbond voor jou persoonlijk?
  4. “Het verbond maakt bekering niet overbodig maar mogelijk.” Kun je dat toelichten?
  5. Voor de kinderen: over welke ramp wordt er in Joël 2 verteld? Zouden er in ons land ook rampen kunnen gebeuren?
Share