Ds. G.A. van den Brink – 2 Tim. 1:14 “Ontvangen, bewaren en doorgeven” (nieuwjaarsdag) | 1 januari 2018,10:00

2 Tim. 1:14 “Ontvangen, bewaren en doorgeven” (nieuwjaarsdag) (2 Timotheüs 1:1-14)

“Ontvangen, bewaren en doorgeven”
1. Het goede pand is ons toevertrouwd
2. Wij moeten het goede pand bewaren
3. Wij mogen het goede pand doorgeven

– Ps. 40:5
– Geloofsbelijdenis en Ps. 17:3
– Ps. 78:1,2,4
– Ps. 25:2
– Ps. 86:6

Paulus heeft een pand aan Christus gegeven, zo zagen we in de preek van oudjaarsdag – het pand van zijn leven. Maar hij heeft zelf ook een pand gekregen, namelijk het Evangelie. Over dat goede pand gaat de tekst. Dat pand heeft Paulus ontvangen en nu hijzelf zijn dood dichtbij ziet, geeft hij dat door aan zijn opvolger Timotheus. Die zal op zijn beurt het ook weer doorgeven (2 Tim. 2:2).

De drieslag van ontvangen, bewaren en doorgeven geldt ook voor ons. Wat geven wij door aan de volgende generatie? Het Evangelie. Dat hoeven wijzelf niet te ontdekken, niet te bedenken, niet te vinden, want wij kregen het. Wij hoeven het vervolgens slechts te bewaren en hoeven het dus niet te veranderen. Om het vervolgens door te geven.

Gespreksvragen:
1. Waaraan denk jij als je over “het Evangelie” hoort?
2. Hoe kun je het Evangelie bewaren? En hoe kun je het doorgeven?
3. Waarin werkt de Heilige Geest – bij het ontvangen, bewaren of doorgeven?
4. Voor de kinderen: heb jij iets kostbaars dat jij als een pand wilt bewaren en doorgeven?

Share